Een goed lopend bedrijf kost tijd, veel tijd. Geeft niets want het is natuurlijk ook gewoon ontzettend leuk! Een bedrijf starten en opbouwen kost minstens zo veel tijd. Niet het alleen vinden van opdrachtgevers en het uitvoeren van opdrachten maar ook het uitzoeken van goede apparatuur, boeken lezen die je verder kunnen helpen op technisch vlak en ondernemerschap.
Heel veel zaken die ik bijna dagelijks gebruik heb ik door trial en error leren kennen of ontdekt door veel te lezen op het internet. Omdat ik het onnodig vind dat ieder wiel opnieuw uitgevonden, heb ik deze lijst gemaakt. Hier vind je alle tools en apparatuur die ik gebruik. Maar ook boeken en cursussen die ik aanraad om je verder te verdiepen in vastgoedfotografie. Dit is zeker geen statische pagina want niet alleen veranderd het aanbod van spullen, ook ik blijf ontdekken en leren!
Vastgoedfotografie
Camera: body en lenzen
De grote namen voor wat betreft camera apparatuur zijn natuurlijk Canon en Nikon. Nadat Sony een aantal jaren geleden Minolta heeft overgenomen is dit bedrijf hard bezig met een opmars, ook binnen de professionele fotografie. Mijn eerste camera was een zesde hands analoog model van Minolta. Toen die was overleden heb ik de overstap gemaakt naar Canon. Ook nog in het analoge Toen Canon in 2003 de EOS 300D uitbracht, het eerste betaalbare consumentenmodel, ben ik overgestapt op digitale fotografie. Ik ben altijd bij Canon gebleven. Toen ik de overstap maakte van crop factor naar full frame heb ik nog even getwijfeld tussen Nikon en Canon maar ik heb toch weer heel bewust gekozen voor Canon. Kwalitatief zit er weinig verschil tussen die twee merken, ook Sony bouwt prima camera’s inmiddels.
Waarom dan Canon?
Allereerst omdat de objectieven van dat merk goedkoper zijn dan die van Nikon. Daarnaast heeft Canon het grootste assortiment aan lenzen die geschikt zijn voor vastgoedfotografie. Ook het feit dat Guillaume, mijn man, een full frame camera van Canon gebruikt én ik dus al zijn lenzen kan gebruiken was een doorslaggevend argument.
Ik heb niet veel kaas gegeten van Nikon of Sony, daarom kan ik alleen goed advies geven over Canon body’s. In mijn advies zijn een full frame en een cropfactor body opgenomen. Omdat de lensmount, de koppeling van de tussen de lens en de camera verschillend is, geef ik voor beide soorten de objectieven aan die ik aanraad. Hier zitten geen zogenaamde third party lenzen tussen. Tijdens mijn cursussen heb ik menig lens van cursisten kunnen vergelijken met mijn eigen lenzen. Die van Canon wonnen het altijd qua scherpte en lichtopbrengst ten opzichte van de Tamrons, Sigma’s en Tokina’s.
Mijn body en lenzen
Ik heb heb sinds kort de Canon EOS 5D Mark IV. Dat was tot mijn 6D kapot viel. Ik heb toentertijd bewust gekozen 6D omdat het een heel betaalbare full frame camera is met een ongelovelijk goed dynamisch bereik. De extra opties van veel de duurdere 5D Mark IV had ik niet nodig voor het doel waar ik hem voornamelijk gebruik: Vastgoedfotografie. Alle voordelen van een full frame camera leg ik uitgebreid uit in mijn cursus maar het belangrijkste is de grotere sensor. De hoeveelheid megapixel kan verdeeld worden over een groter oppervlak hierdoor is de hoeveelheid ruis minder en de scherpte van het beeld groter. De Canon EOS 6D is helaas niet meer overal meer nieuw verkrijgbaar, inmiddels is de opvolger de 6D Mark II op de markt. Maar, omdat ik me steeds meer bezig houdt met lifestyle fotografie heb ik voor ter vervanging van de kapotte 6D nu toch gekozen voor het duurderde zusje. (En alle apparatuur eindelijk maar eens verzekerd bij Klomps & Boor, die zijn gespecialiseerd in verzekeringen voor fotograferen.)
Het 17-40 mm F/4 objectief is een uitstekende lens en kan prima concurreren met de duurdere 16-35mm F/2.8. Omdat ik altijd vanaf een statief fotografeer heb ik de extra lichtopbrengst van de 16-35mm niet nodig. Ook de extra scherpte-diepte van een grotere diafragma opening is niet noodzakelijk voor vastgoedfotografie; het complete beeld moet immers scherp zijn en daarvoor gebruik ik de lens vrijwel altijd op diafragma F/11
Het 50 mm F/1.4 objectief is een heel fijne lens voor detailopnames. Hierbij is de extra scherpte-diepte wel mooi meegenomen. Bovendien geeft de enorme lichtopbrengst de mogelijkheid om vanuit de hand te schieten waardoor je gemakkelijker composities kunt maken van details.
Kies voor apparatuur met een professionele uitstraling
Maar eerlijk is eerlijk, voor vastgoed heb je geen full frame camera nodig! Zelfs geen extra lens voor detailopnames. Een cropfactor camera is prima voor vastgoedfotografie maar omdat je je werkzaamheden professioneel gaat aanbieden raad ik ik je om geen instapmodel te kopen. Niet alleen vanwege het grotere bedieningsgemak en bouwkwaliteit van het wat duurdere segment maar ook vanwege je professionele uitstraling. Je klant verwacht van jou dat je, als vastgoedfotograaf, beschikt over een goede camera. Dat klinkt een beetje blasé maar vergelijk het met een schilder. Als die aankomt met huismerkverf van de bouwmarkt ga je ook twijfelen aan zijn professionaliteit.
Onderstaande apparatuur kun je prima gebruiken wanneer je begint met vastgoedfotografie. De body is vergelijkbaar met de spullen waarmee ik ruim 8 jaar heb gefotografeerd. Het is zeker niet de goedkoopste maar de reden daarvoor heb ik boven al genoemd. De duurdere lens, de EFS 10-22 mm is nog steeds een van mijn favorieten. Als hij op mijn full frame camera had gepast had ik hem waarschijnlijk nog steeds gebruikt. Onlangs bracht Canon de EFS 10-18mm op de markt. Het is het goedkoopste groothoekobjectief dat momenteel op de markt is. Inmiddels heb ik het werk van een groot aantal cursisten die deze goedkope lens gebruiken al mogen beoordelen en kan ik zeggen dat het glas echt goed is. Het enige wat minder is, is de bouwkwaliteit maar begin je net, heb je al een body om mee te starten en denk je er over om op den duur je hele set te vervangen voor een full frame camera? Koop dan deze.
Lees, voor je apparatuur gaat kopen ook deze blogpost: De belangrijkste overwegingen bij aanschaf van je camera.
De Canon EOS 80D hierboven heeft als voordeel dat het opties heeft die professionele camera’s ook hebben: Een ring aan de achterzijde waarmee je heel gemakkelijk je diafragma kunt aanpassen en een extra LCD scherm op de bovenzijde zodat je, met de camera op statief duidelijk kunt zien welke je instellingen je gebruikt en of de belichting goed is ingesteld.
Je kunt ook kijken naar tweede hands apparatuur maar ik raad je dan zeker aan om die aan te schaffen bij een winkel en niet via marktplaats. Koop je een camera op Marktplaats dan heb je twee grote nadelen: Allereerst krijg je geen garantie. Bovendien kun je aanschafkosten niet aftrekken van de inkomstenbelasting en ook de btw niet aftrekken. Dus uiteindelijk zal een camera van Marktplaats dus vaak weinig goedkoper zijn dan wanneer je hem in een winkel koopt.
Check dus altijd even de camerawinkels voor een tweede hands body of lens met garantie. Modellen die je kunt overwegen zijn de Canon EOS 77D, de 7D en de 6D en de 5D MK III. De eerste twee zijn crop-factor camera’s. Hiervoor is deze lens de beste keuze: Canon EFS 10-22mm F/3.5-4.5. De laatste zijn dus full frame camera’s waar je deze lens voor nodig hebt: Canon EF 17-40mm L F/4. Let ook hierbij op de mogelijkheid voor btw aftrek. Op de meeste inruilcamera’s zit namelijk geen btw. Hij moet echt een stuk voordeliger zijn dan een nieuwe camera met volledige garantie wil je er voordeel uit halen!
Nikon & Sony
Mocht je al beschikken over een body van Nikon of Sony stap dan vooral niet over omdat ik Canon gebruik. Ook voor deze merken zijn uitstekende lenzen beschikbaar voor vastgoedfotografie. Deze heb ik niet zelf uit kunnen testen maar ik heb voor jullie wel verschillende reviews gelezen. Hieronder vind je de lenzen voor deze twee merken.
Ik heb trouwens één lens hoog op mijn verlanglijst staan die ik je niet wil onthouden en dat is de Canon 24 mm tilt-shift lens. Ik ga hem binnenkort huren om hem te testen en dan zal ik mijn ervaring met deze lens zeker delen.
Statief
Naast een body en een lens is een goed statief onontbeerlijk. Bezuinig daar alsjeblieft nooit op. Een statief van 30-50 euro is gewoon te instabiel om goede spiegelreflexcamera op te zetten. Tijdens cursussen laat ik het verschil altijd zien maar nu zul je me op mijn woord moeten geloven.
Bij het gebruik van een goedkoop statief zul veel vaker foto’s maken met bewegingsonscherpte er in. Daarnaast monteer je je dure apparatuur er op en als je iets moet voorkomen is dat je per ongeluk je statief omvertrekt met je camera er op. Tot slot is een goedkoop statief grotendeels plastic fantastic en dus niet duurzaam.
Ik heb 9 jaar lang mijn huizen gefotografeerd met een Manfrottostatief dat mijn man als 18 jarige heeft gekocht. Inmiddels is dat ding al 22 jaar oud, hij is onverwoestbaar. Helaas zaten er geen waterpasjes op de statiefkop. Er zijn wel losse waterpasje te koop die je op de flitsschoen kunt schuiven maar toen ik daar de derde of vierde inmiddels van was kwijtgeraakt heb ik besloten een compleet nieuw statief te kopen. Dat is weer een Manfrotto geworden.
De duurdere statieven bestaan vrijwel altijd uit twee onderdelen: De poten en een losse kop. Die twee onderdelen kun je los kopen maar worden vaak ook in een pakket aangeboden. Ik gebruik een drieweg kop, hij heeft drie handles die je onafhankelijk van elkaar kunt bewegen en zo je camera in iedere positie kunt zetten. Het voordeel daarvan is dat je de heel precies kunt controleren of je camera goed waterpas staat. Er zijn veel collega’s die een zogenaamd balhoofd gebruiken maar mijn voorkeur gaat toch uit naar een de grotere driewegkop: Hij is makkelijker te bedienen met een hand en eenvoudiger in te stellen. Zeker het duurdere exemplaar dat ik gebruik waarbij je de frictie kunt aanpassen. Meestal hoef ik de handles niet eens aan te draaien als ik de camera waterpas heb. Klein detail maar het scheelt gewoon weer wat extra tijd.
Wat ik gebruik en het alternatief
Op de foto’s zie je links het statief en de kop dat vergelijkbaar is met wat ik heb. Dit is een duurdere kit, de statiefkop heeft drie waterpassen zodat je ook, als je een rechtopstaande foto wilt maken, je camera goed waterpas kunt zetten. Helaas zit dat niet bij de goedkopere versie rechts; die heeft maar één waterpasje. Sowieso is het aan te raden om te kijken of je camera een ingebouwde waterpas heeft. Deze wordt weergegeven op je LCD scherm en is heel precies.
Hoekzoeker
De camera’s in het duurdere segment hebben geen uitklapbaar LCD scherm en vaak ook geen touch screen. Waarschijnlijk om twee redenen: Door via de zoeker je beeld te bepalen sluit je de omgeving uit en kun je je beter concentreren op de compositie. Daarnaast is zo’n los scherm veel kwetsbaarder dan een vast scherm waardoor je veel minder snel schade op loopt. Ik ken eigenlijk geen enkele professionele fotograaf die liveview gebruikt. Maar als je dagelijks achter een camera staat die op borsthoogte op het statief staat is dat beweegbare schermpje wel beter voor je rug.
Gelukkig bestaat er de hoekzoeker. Een soort van, veel te dure, miniperiscoop waarmee je van bovenaf door je camera kunt kijken. Ik heb er al jaren een en als ik hem onverhoopt een keer vergeet mee te nemen naar een shoot mis ik hem echt. Voor mij dus een must in mijn cameratas en ik kan hem iedereen aanraden. Schrik niet van de prijs, de originele Canon gaat al snel richting de € 200,- maar omdat je anders altijd in een onnatuurlijke houding staat en dat op den duur je rug kan gaan kosten raad ik hem echt aan. Zeker als je meerdere huizen op een dag hebt.
Geheugenkaartjes
Hoewel er tegenwoordig geheugenkaartjes op de markt zijn met net zoveel opslagcapaciteit als mijn macbook pro (512gb) gaat mijn voorkeur uit naar kaartjes met minder geheugen. Op een kaartje van 32gb kan ik foto’s van 7-9 huizen kwijt. Dagelijks leegmaken is dus niet nodig maar over het algemeen formateer ik de kaart voor iedere shoot. Je kunt het beste 2 of 3 kleinere kaartjes standaard in je tas hebt zitten voor het geval je bent vergeten hem uit je kaartlezer of computer te halen. Geloof me, dat gaat je een keer gebeuren en dan is het heel vervelend dat je weer terug naar huis moet!
De SD kaartjes die tegenwoordig in de meeste camera’s zitten, zijn veel kwetsbaarder dan de Compact Flash kaartjes die nog wel in de high end body’s zitten en in mijn oude camera zat. In 9 jaar tijd heeft een CF kaartje me nog nooit in de steek gelaten terwijl mijn eerste SD kaartje na een jaar al richting de vuilnisbak kon omdat er een stuk was afgebroken. Gelukkig was er geen man over boord, ik kwam er achter toen ik de foto’s al had ingeladen op de computer. Maar ik was blij dat ik de volgende dag gewoon verder kon op een van mijn reserve-exemplaren. De kaartjes van Lexar en Sandisk hebben overigens een levenslange garantie, dus zijn ze stuk, dan krijg je een nieuwe of je geld terug. Ervaringsdeskundige hier!
Let op de schrijfsnelheid van de kaartjes
Naast de opslagcapaciteit moet je, bij de aanschaf van SD-kaartjes letten op de snelheid waarop je beelden worden weggeschreven. Dit staat meestal op het kaartje zelf aangegeven. Koop op zijn minst kaartjes met een schrijfsnelheid van 95mb/sec maar check voor de zekerheid de handleiding van je camera omdat daarin wordt geadviseerd welke snelheid het beste is voor jouw model. De merken Lexar en Sandisk zijn beide zeer betrouwbaar.
Bij de verpakking zit een code waarmee je recovery software kunt downloaden mocht je onverhoopt bestanden hebben gewist. Ik heb het gelukkig nog nooit nodig gehad maar voor het geval dat: Gooi de verpakking niet zomaar in de vuilnisbak zonder dat je die code er uit hebt gehaald!
Overige accessoires
Een of twee extra batterijen is absoluut een must. Bij ons zit er standaard een in de oplader, een in de camera en een in de tas. Zo grijp ik nooit mis.
Grijskaart
Ik gebruik hem bijna nooit maar soms kom ik in huizen waar geen enkele muur of plafond wit is en dan is het heel erg lastig om in de nabewerking de kleuren goed te corrigeren. Op zo’n moment ben ik blij dat ik een grijskaart bij me heb. Een grijskaart zet je op een plek binnen het beeld dat je wilt maken. Je neemt een foto, haalt de grijskaart weg en neemt nog een foto. In Camera Raw of Lightroom kun je, met het pipetje de juiste kleurwaardes selecteren vanaf de grijskaart. Die waardes gebruik je vervolgens op de afbeelding zonder de grijskaart. Meestal komt dat dan aardig in de buurt van de kleuren in de werkelijke situatie.
Schoonhouden van je apparatuur
Om mijn apparatuur vlek en stofvrij te houden heb ik een lenspen, er zijn meerdere merken die eigenlijk allemaal hetzelfde doen en allemaal rond de 10 euro kosten. Daarnaast heb ik een blaasbalgje om stof te verwijderen uit de camera en de lens. Door er in de knijpen kun je heel gericht in je camera blazen. Houd wel altijd in de gaten dat je de body op de kop houd als je er in blaast, dus met de opening naar beneden. Zo voorkom je dat de stofdeeltjes tegen de sensor worden geblazen. Ik heb de wat duurdere blaasbalg van Giotto omdat hij zo lekker stevig op zijn poten staat.
Computer
Toen ik in 2007 startte gebruikte ik gewoon wat ik al had: Een Dell laptop. Hij was wat aan de trage kant maar mijn opdrachten kwamen in dat jaar maar mondjesmaat binnen. Ik geloof dat ik het eerste jaar de vastgoedfotografie van 40 panden heb gedaan dus ik had de tijd. De software die ik gebruikte was niet helemaal legaal en dat voelde niet goed.
In die tijd was het nog zo dat je het Adobe pakket kocht in een doos. Er waren twee softwareversie: voor Windows en Mac. Dus naast de aanschaf van gruwellijk dure software stond ik voor de keuze: Microsoft of Apple. Op dat moment raakte mijn laptop geïnfecteerd door een heftig virus. Ondanks alle antivirussoftware kon ik een overlijdensverklaring invullen. Dat gaf de doorslag: Het werd een MacbookPro en daar heb ik geen moment spijt van gehad.
Integratie met iPhone en iPad
Zeker toen de iPhone 3G werd geïntroduceerd in 2008 en er later een iPad kwam en ik het gemak ervoer van de integratie van dat ding en mijn mac. Wat een verademing was dat! Dit jaar heb ik mijn derde MacbookPro gekocht en ik ben geloof ik toe aan mijn 5e iPhone (toegegeven, ik heb er twee laten verzuipen). Ik ben een echt Applemeisje. Wat zeg ik? De hele familie heeft alles van Apple want de oude MacBooks van mij en manlief schuiven na een jaar of 3 gewoon door naar de kinderen. En virussen? Nog nooit last van gehad.
Het grote nadeel van Apple is gewoon de prijs en wanneer je overstapt zul je even moeten wennen aan een nieuw besturingssysteem. Verder ervaar ik vooral voordelen: Mijn Macbook is stabiel, hij crasht vrijwel nooit, nieuwe updates van het OS én het officeprogramma (pages, numbers en keynote) maar ook iMovie, wat ik gebruik voor vastgoedvideo zijn gratis. En hé het oog wil ook wat!
MacbookPro
Ik heb twee jaar gelede dus een nieuwe MacbookPro gekocht met een 15 inch scherm, 512GB opslag en 16GB geheugen. Het ding is bloedsnel. Zelfs als ik zware bestanden, zoals mijn boeken opmaak in InDesign en ondertussen Photoshop en Illustrator heb open staan. Kun je het budget vrijmaken dan ben ik de eerste die een Apple computer aanraad.
Valt een 15 inch MacbookPro niet binnen je budget dan kun je overwegen de 13 inch versie aan te schaffen en, mocht je het fijner vinden om op een groot scherm te werken, een losse monitor te gebruiken. Ik heb een losse monitor van Dell maar ik werk mijn foto’s meestal gewoon na op mijn laptop. Als ik grote grafische bestanden aan het opmaken ben of websites bouw (on the side job, gewoon omdat ik het leuk vind) dan koppel ik hem wel aan de monitor.
Vind je een laptop niet belangrijk dan zou ik zeker een iMac overwegen. Ook daarmee bespaar je behoorlijk terwijl je wel het gemak en de snelheid hebt van een Apple computer.
En Windows dan?
Van overige computers heb ik werkelijk geen kaas meer gegeten. Ik weet wel dat veel fotografen, vanwege de hoge prijzen van Apple, kiezen voor een Windows computer en dat begrijp ik. Wat betreft de software hoef je tegenwoordig niet meer te kiezen. Je download gewoon wat je nodig hebt uit de cloud. Maar zorg in ieder geval wel dat je voldoende werkgeheugen hebt. 16GB is geen overdreven luxe en qua opslag is 512GB wel erg prettig. Bij computers met die specificaties is de processor over het algemeen ook wel behoorlijk snel.
Laat je goed voorlichten en leg uit waar je hem voor gaat gebruiken. Een fotobewerkingsprogramma heeft gewoon meer kracht nodig dan een computer waar je een beetje op surft en een keer een tekstje bewerkt.
Fotografiesoftware
Het is heel simpel, wil je fotografie professioneel aanbieden dan kun je niet onder fotobewerkingsprogramma’s heen. De standaard in de professionele fotografie is Photoshop CC, Lightroom Classic CC of een combinatie van die twee. Ik gebruik zelf alleen Photoshop CC voor vastgoed, dat heeft te maken met mijn bestandsbeheeer. Op de bibliotheelfunctie na zitten vrijwel alle functies van Lightroom ook in Adobe Camera Raw, de RAW convertor van Photoshop. Voor ander soort fotografie; stilleven, food en reizen gebruik ik meestal wel Lightroom. Iedere fotograaf creëert zo zijn eigen workslow. Gelukkkig zijn beide programma’s verkrijgbaar in een pakket: Het Adobe Fotografieplan je hoeft dus niet op voorhand een keuze te maken maar kunt zelf uitvinden wat het beste werkt voor jou.
Waarom niet het programma Photoshop Elements?
Ik heb de laatste versie getest en ik moet toegegeven dat je er echt heel veel in kunt doen. Het mist echter een aantal functies in, met name, het Camera RAW scherm die wat mij betreft cruciaal zijn om jouw foto’s boven de massa uit te laten stijgen: Automatische lensprofielcorrecties, het kleur, limitatie en verzadigingspaneel en het corrigeren van verticale en horizontale lijnen. In dit artikel lees je de verschillen tussen de grote en het kleine broertje.
Ik heb een abonnement op de complete Adobe Creative Cloud Suite omdat ik, naast Photoshop ook regelmatig gebruik maak van Indesign en Illustrator. Zo heb ik mijn logo ontworpen in Illustrator en geef ik mijn boeken vorm in InDesign.
Het voordeel van een abonnement
Voor de meesten is het fotografie-abonnement van Adobe gelukkig voldoende. Ik hoor vaak dat cursisten en collega’s het vervelend vinden dat ze voor een abonnement moeten kiezen om gebruik te maken van Photoshop. Ik baalde ook toen Adobe besloot over te gaan naar een abonnementsvorm maar als ik nu terugkijk ben er alleen maar blij met het maandelijks voldoen van mijn factuur!
Zo betaalde ik voor Adobe CS3 Premium nog ruim €2500 euro, de upgrade naar CS5 was rond de €1400. Ik heb 7 jaar gedaan met die twee versies. Een snelle rekensom leert dat ik over die gehele periode gemiddeld 47 euro per maand betaalde. Nu betaal ik voor de volledige Adobe CC Suite € 49,99. Iets meer dus maar daarvoor ontvang ik iedere update en ieder nieuw programma dat beschikbaar komt en bovendien spreid ik mijn kosten enorm.
Laat je dezelfde rekensom los op Photoshop dan zou de alleen de losse versie van Photoshop komen op € 12 per maand, exclusief Lightroom. Beide programma’s samen kosten in het fotografiepakket € 9,99. Goedkoper voor meer dus.
Cursussen
Natuurlijk raad ik mijn eigen opleiding en cursus aan. In de Opleiding Vastgoedpresentatie deel ik al mijn kennis over vastgoedfotografie, vastgoed- en fotostyling, nabewerking in Photoshop én hoe je je vastgoedstylingbedrijf opzet en als een sterk merk neerzet op je website, social media. Ook besteed ik aandacht aan het vaststellen van tarieven en het benaderen van je doelgroep.
Wil je alleen leren interieurs leren fotograferen en die foto’s leren nabewerken? Dan heb ik voor jou de tweedaagse Cursus Interieurfotografie.
Als vastgoedfotograaf, vastgoedstylisten ondernemer moet jezelf voortdurend blijven ontwikkelen. Op internet vind je talloze tutorials en video’s. Op het gebied van Vastgoedfotografie specifiek is er niet zo veel maar ik heb er wel een paar voor je gevonden:
Online cursusplatformen
Op de het cursusplatform CreativeLive vind je een aantal videocursussen van architectuur en interieurfotograaf Mike Kelley. Ik heb ze zelf nog niet gevolgd maar de recensies van 3 van zijn cursussen zijn erg goed. Die cursussen gingen over interieurfotografie. De cursus die gericht was op vastgoedfotografie had minder goede recensies. De cursussen van CreativeLive betaal je per stuk maar er is ook een jaarabonnement, de Creator Pass waarmee je alle cursussen kunt bekijken.
In 2011 heb ik een workshop interieurfotografie voor vastgoed gevolgd bij de Amerikaanse fotograaf Scott Hargis. In die tijd viel in Nederland helemaal niets te leren over ons vakgebied dus ik was erg blij dat ik de kans kreeg om les van hem te krijgen. Op LinkedIn Learning staan 4 cursussen van hem. Weliswaar werkt hij met meerdere externe flitsers op een manier die te kostbaar wordt voor de gemiddelde Nederlandse woning maar ik heb veel van hem geleerd. Een proefperiode van 10 dagen is gratis. Daarna kun je kiezen uit verschillende abonnementsvormen.
Op bovenstaande cursusplatformen zijn overigens ontzettend veel verschillende soorten cursussen te vinden. Niet alleen over fotografie maar ook over bedrijfsvoering, marketing en social media. CreativeLive, opgericht door fotograaf en ondernemer Chase Jarvis richt zich met name op de creatieve industrie. Op Lynda vind je een algemener aanbod. Het is zeker de moeite waard om er eens doorheen te kijken. Ik moet toegeven dat ik, nadat ik de online cursussen ontdekte, een enorme junk ben geworden. Ik doe sindsdien niet meer aan het binge-watchen van Netflix maar zet mijn koptelefoon en ben voortdurend aan het leren. Je bent je dus gewaarschuwd!
Boeken
Interieurfotografie
Er zijn talloze boeken geschreven over fotografie maar niet veel over architectuur, interieur- en vastgoedfotografie. Vrijwel alles wat in druk is verschenen heb ik in huis, het ene boek is duidelijk beter dan het andere. Bovendien wordt in de meeste boeken vooral geleerd om te werken met externe flitsers terwijl ik heel bewust alleen maar natuurlijk licht gebruik. Toch is het altijd goed om meer te lezen over de verschillende technieken.
Boeken die ik je zeker kan aanraden zijn:
Fotobewerking
Zoals ik hierboven al zei, fotobewerking is essentieel voor interieurfotografie, of eigenlijk iedere vorm van fotografie. Je kunt je beelden zoveel beter maken met aanpassingen in Photoshop en/of Adobe Lightroom. Tijdens mijn cursus leer ik je alle tools binnen Photoshop die ik gebruik tijdens de nabewerking maar alle facetten van het programma worden bij lange na niet behandeld. Daarom is het verstandig om een goed boek aan te schaffen als naslagwerk. De boeken van fotograaf Scott Kelby kan ik je met een gerust hart aanraden.
- Hoe doe je dat in Photoshop? – Scott Kelby
- Het Adobe Photoshop Lightroom Classic boek voor digitale fotografen – Scott Kelby
- Het Photoshop CC boek voor digitale fotografen 2017 – Scott Kelby
Handige tools
Wijzigen van bestandsnamen
Om makkelijker te zoeken op mijn computer en voor de helderheid naar mijn klanten toe verander ik de originele namen van de fotobestanden. Hiervoor gebruik ik het volgende formaat: NG_201610_Plaats_Straat_01234. Het fotonummer blijft hetzelfde zodat ik het snel terug kan vinden in mijn RAW bestanden.
Het is een heel gedoe om dat handmatig te doen. Voor de Mac bestaat er een super handig – en gratis- tooltje genaamd NameChanger. Hierin kun je de namen van de bestanden in een hele map in één keer wijzigen. Ik ben op zoek geweest voor een vergelijkbaar programma voor Windows, dat heb ik natuurlijk niet uit kunnen testen. Je zou eens kunnen kijken naar Advanced Renamer en Bulk Rename Utility. Ze zien er niet zo gebruiksvriendelijk uit as NameChanger maar het kan interessant zijn om er toch even in te duiken. Het kost je in ieder geval niets!
Gebruik je Lightroom dan heb je bovenstaande tools overigens niet nodig. Lightroom biedt zelf deze functionaliteit.
Verzenden van grote bestanden
Ik kan me nog herinneren dat ik 10 jaar geleden de foto’s brandde op een CD-rom voor mijn klanten. Wat een gedoe was dat, was je eindelijk klaar, moest die CD nog op de post of langs gebracht worden bij de makelaar. Gelukkig gebeurt tegenwoordig alles in de Cloud. Wetransfer was de eerste cloudservice die ik gebruikte maar ik vond het uploaden een gedoe van niks en bovendien kreeg de klant advertentiemateriaal te zien van een ander bedrijf tenzij ik een abonnement nam.
En toen begon de opmars van Dropbox, het bedrijf is net zo oud als dat van mij. Het grote voordeel van Dropbox in de beginfase was dat je alles en iedereen kon uitnodigen en daardoor extra opslagcapaciteit kreeg. Dat kan nog steeds maar tegenwoordig zijn er al zoveel gebruikers dat dat geen zoden meer aan de dijk zet. Dropbox is gratis tot 2GB en daarmee kun je ongeveer 6-10 vastgoedpresentaties kwijt in de cloud. Je moet dus regelmatig opschonen en als een makelaar niet snel genoeg is met downloaden dan kun je weer opnieuw alles naar Dropbox verplaatsen. Met de opmars van video ben ik dus overgestapt op een abonnement Met Dropbox je kunt niet controleren of een bestand daadwerkelijk gedownloaded is en ik heb regelmatig klanten meegemaakt die pas na 3 weken eens dachten: Laat ik dat huis eens op Funda zetten.
Handig aan Dropbox
Niet alleen de opslagcapaciteit maar vooral de mogelijkheid om het te gebruiken vanaf je bestandsbeheer op je computer. Je sleept de gezipte bestanden gewoon naar de publieke folder in je Dropbox map en het uploaden begint. Ondertussen kun je met je rechtermuisknop een link naar het zip-bestand kopiëren en dat plak je in het mailtje, gewoon vanuit je eigen email dus.
Wanneer de ontvanger het de link in je email aanklikt gaat hij naar de Dropbox site waar hij het kan downloaden. Maar je kunt het de ontvanger gemakkelijker maken door achter de link het volgende stukje code te plakken: ?dl=1. Je kunt die code ook gebruiken om bestanden die je wilt delen op je website, direct beschikbaar te maken vanuit Dropbox. Hierbij kun je denken aan je algemene voorwaarden of een weggever wanneer iemand zich aanmeldt voor je nieuwbrief.
Wat ik nu gebruik: pCloud
Via de website Appsumo werd ik geattendeerd op pCloud. Ik was in eerste instantie huiverig want ik kende het niet en je vertrouwd zo’n bedrijf toch je bestanden toe. Na het lezen van verschillende reviews, was ik overtuigd dat het een goed en betrouwbaar product was. Het bedrijf zit gevestigd in Zwitserland en hebben zich dus te houden aan de strenge privacy wetten van de Zwitserse overheid. Bovendien: voor Dropbox betaalde ik $9,95 per maand, pCloud kost eenmalig $175 voor 500GB. Ik heb de 2TB versie voor het dubbele. Even een flinke investering maar een enorme besparing voor de lange termijn en bovendien wordt er niet meer maandelijks een bedrag van je rekening geschreven.
Bijkomende voordelen van pCloud ten opzichte van Dropbox:
- Net als Dropbox is pCloud een map in je Finder of Explorer, je hoeft dus net naar een aparte website zoals bij WeTransfer.
- Bestanden staan echt in de cloud, wat je op je computer ziet zijn dus geen kopieën zoals bij Dropbox. Ideaal als je niet zoveel opslag hebt.
- De mogelijkheid om links te tracken, je kunt dus zien of iets is gedownload en hoe vaak. Die links kun je eventueel beveiligen met een wachtwoord.
- Een link delen om bestanden door iemand anders te laten uploaden. Mijn cursisten kunnen op die manier makkelijk hun huiswerk uploaden!
- Voor Lightroomgebruikers: pCloud heeft een Lightroom-plugin!
- Je kunt je logo plaatsen op je downloadpagina zodat iedereen direct weet van wie het bestand komt.
- Mappen op je computer automatisch synchroniseren met een map in pCloud. Zo heb je belangrijke bestanden altijd bij je zonder dat je er bij na hoeft te denken of het wel de juiste versie is.
- Videos kun je real time streamen. Dat is prettig wanneer je video’s aanbiedt, even snel iets wilt laten zien zonder hem te moeten downloaden op je smartphone of tablet. Je kunt ze zelfs embedden in je website!
- Snelheid: Ik heb mijn klanten gevraagd of ze tevreden waren met de nieuwe oplossing, zouden ze dat niet zijn dan kon ik dropbox blijven gebruiken. Maar ze gaven allemaal aan dat downloaden sneller is dan Dropbox. En zelf ervaar ik dat uploaden ook sneller is.
Andere cloud-oplossingen
Naast Dropbox en pCloud heb je inmiddels veel meer oplossingen om je bestanden te delen. Google Drive is bijvoorbeeld een prima alternatief. Ook Google Drive heeft een app die je kunt installeren op je computer. Ik heb het zelf nooit langdurig getest. Maar het is het zeker waard om het te kijken of het jouw bevalt. Daarbij is de upgrade naar een betaald programma wellicht interessant omdat dat in kleinere stappen en dus kleinere bedragen kan.
Interessante websites & Facebook groepen
Photography for Real Estate is dé website over ons vakgebied. Er worden regelmatig goede blogs geplaatst en je kunt vragen stellen. Ook de algemene informatie is goed. Het e-boek Photography for Real Estate is hier te koop en je vind ook andere boeken over vastgoedfotografie.
Ik ben lid van meerdere facebookgroepen die speciaal gericht zijn op vastgoedfotografie. De groepen die het meest actief zijn, zijn:
Nee, dat is geen fout, beide groepen hebben dezelfde naam. Je kunt feedback geven op andermans werk, zelf feedback vragen op je foto’s. Over het algemeen is het behoorlijk gericht op de Amerikaanse markt. Laat je niet intimideren met Window Pulls, Bracketing en HDR. Het is altijd goed om diverse werkwijzen te zien en te beoordelen. In het begin kreeg ik wel eens het gevoel dat ik wel heel erg simpel werkte maar toen ik mijn werk plaatste kreeg ik juist heel positieve kritieken en was men vooral ontzettend nieuwsgierig naar mijn werkwijze.
De links op deze pagina
Bij een aantal tips op deze pagina staan affiliate links. Ik gebruik dergelijke links alleen als ik volledig achter het product en de inhoud ervan sta en het waard is om de informatie met jou te delen. Ik steek behoorlijk wat tijd in mijn blog om te zorgen voor goede en waardevolle content. Door gebruik te maken van de links op deze pagina krijg ik een klein percentage van het aankoop bedrag. Daardoor kan ik doorgaan met schrijven zonder dat het jou wat kost! Wil je dat niet dan kun je de betreffende zaken gewoon online vinden!
Ik hoop dat ik je met deze lijst een stapje verder heb kunnen helpen in je ontwikkeling in de vastgoedfotografie. Mocht je vragen of opmerkingen hebben, dan mag je altijd contact met me opnemen. En ik zie je natuurlijk ook graag in mijn Opleiding Vastgoedpresentatie of Cursus Interieurfotografie zodat ik al mijn kennis met je kan delen!
Geef een reactie