Tien jaar geleden begon ik mijn carrière als vastgoedstylist. Als Kunstacademie drop-out Interieur Architectuur op heb ik nooit het gevoel kunnen loslaten om ooit “iets met interieur” te doen. Op 34 jarige leeftijd besloot mijn baan op te zeggen (Hallo dertigersdilemma!) omdat ik in vastgoedpresentatie die een carrière zag die niet alleen de rekeningen kon betalen en maar me ook een ingang kon geven richting de design business.
Nou, dat laatste is het nooit geworden! Ja, ik heb de nodige interieurs ingericht, badkamers en keukens ontworpen maar ik ontdekte al snel dat langdurige trajecten niet mijn ding waren. In plaats daarvan ontdekte ik fotografie!
Nog voor de crisis de vastgoedmarkt als een bom liet barsten, vond ik met makelaars die wel met een stylist wilden werken maar om de kosten laag te houden, namen ze hun eigen foto’s.
Mijn eerste interieurfoto’s (…)
Pfff… ik stylde prachtige interieurs die goed verkoopbaar waren en dan kwam de makelaar met zijn point en shoot om het hele beeld alsnog te verknallen. Op Funda zag het er nog steeds niet uit, dat kon ik zelf beter! Met de kennis van de weinige lessen die ik op de kunstacademie had gehad in het analoge tijdperk, zette ik mijn eerste stappen in de fotografie.
Mijn foto’s waren vreselijk maar altijd beter dan de foto’s van de makelaars. Maar beter was niet genoeg! Er waren nog geen interieurfotografie-cursussen in Nederland, dus het was een hele hoop vallen en opstaan voordat ik eindelijk enigszins tevreden was met mijn werk. Het duurde vervolgens nog jaren voordat ik mezelf überhaupt fotograaf durft te noemen. Maar ik ben het, een goede vastgoedstylist én interieurfotograaf. En ik inmiddels leer ik het vak al jaren aan anderen.
Wat zijn mijn tips om voor goede interieurfotografie?
Allereerst deze kanttekening: In de fotografie bestaan geen regels, alleen richtlijnen die je kunt volgen tot je je eigen stijl ontdekt. Ik hou van lichte en luchtige beelden met niet te veel verzadiging erin. Als mijn tips volgt, krijg je een goede start in de interieurfotografie:
1. Gebruik zoveel mogelijk natuurlijk licht!
Dus schakel alle lichten uit. Ik herhaal UIT! Lampen veroorzaken ontzettend lelijke schaduwen en kleurzwemen. Als mens zijn we heel goed in staat om de gele gloed van gloeilampen of het saaie groen-blauw van led licht of tl balken als wit licht te interpreteren. De camera heeft helaas geen hersenen om kleuren te vertalen zoals wij dat kunnen.
Onlangs vroeg een klant zich af waarom ik niet wilde dat ze het licht aanzette. Het immers was een donkere en regenachtige dag en ze was bang dat de foto’s er precies zo uit zouden komen te zien. Dus ik liet haar een foto met en zonder licht zien op de achterkant van mij camera. Ze begreep mijn keuze onmiddellijk:
Nogal een verschil, nietwaar? Natuurlijk zijn er situaties waarin daglicht nooit binnenkomt zoals veel badkamers en kelders maar zodra er ook maar een straaltje daglicht aanwezig is, gebruik ik het. Oh, en flitslicht is een grote no-no voor mij! Licht moet uit natuurlijke richtingen komen en flits verstoort dat alleen maar.
2. Gebruik altijd een statief
Lichtomstandigheden zijn zelden goed genoeg om binnenshuis met de hand te fotograferen. Een statief is dus een must! Ik gebruik mijn diafragma tussen F/9 en F/11 en mijn ISO zo laag mogelijk (ja, ISO100!) om een zo scherp mogelijk beeld te creëren. Met de camera op statief, is de sluitertijd niet langer een probleem. Investeer in een stevige exemplaar met waterpasjes en een drie-weg kop, en hij gaat je leven lang mee.
Je vindt hier een overzicht van de uitrusting die ik gebruik.
3. Houd je lijnen recht
Houd verticaal echt verticaal als je vanuit een hoef fotografeert en bij het vastleggen van éénpuntperspectief houd je de horizontale lijnen ook horizontaal! Ons brein is in staat om te beseffen dat deuren en muren over het algemeen rechtop staan, zelfs als we ze vanuit een schuin oogpunt zien, maar de camera registreert gewoon wat het daadwerkelijk ziet. Het gebruik van een statief en een statiefkop met waterpasjes maakt het gemakkelijker om de lijnen recht te houden!
4. Houd alles in één lijn.
Wanneer je een serie foto’s in één enkel interieur maakt, neem ze dan vanaf dezelfde hoogte. Zo zorg je voor een evenwichtig beeld van de ruimte, en dat is een stuk fijner kijken. Met foto’s op verschillende hoogtes krijgt de kijker het gevoel alsof hij of zij door de kamer op en neer springt wanneer hij naar de foto’s kijkt. Ik houd de camera op borsthoogte, tussen het plafond en de vloer. Op die manier kijk je over de tafel en werkbladen.
5. Bewolkte dagen zijn de beste
Als ik onroerend goed fotografeer, werk ik het liefst op een zonnige dag, maar dat is alleen voor buitenopnamen! Elk huis ziet er beter uit als de zon schijnt en de lucht blauw is, liefst met een paar wolken. Maar het zonlicht zorgt ook voor groot verschil tussen licht en donker binnenshuis, vooral wanneer het recht door de ramen schijnt. Dus wanneer ik interieurs fotografeer, geef ik de voorkeur aan een bewolkte dag. De wolken functioneren als een grote soft-box en zorgen prachtige zachte schaduwen. Helaas heb je meestal geen keuze en zul je het moeten doen met de situatie die je aantreft
6. Opruimen, opruimen en stylen!
De beste interieurfoto’s zijn zorgvuldig vormgegeven. Je kunt echt niet fotograferen zonder een minimale aandacht te schenken aan styling. Daarom is vastgoedstyling ook een essentieel onderdeel van mijn opleiding. Haal in ieder geval alle rommel eruit zoals kabels, post en kranten. Of om heel kort te zijn: Alles dat nooit gekocht is voor decoratieve doeleinden. Wees dus niet bang om accessoires en meubels te verwijderen of te verplaatsen voor een betere compositie. Afhankelijk van het doel kun je bovendien zaken als lichtschakelaars en stopcontacten in Photoshop verwijderen. Tenzij je voor Funda fotografeert: daar moet je dingen gewoon houden zoals het is, inclusief de lichtknopjes en thermostaat.
7. Maak ruimte
Het moeilijkste deel van interieurfotografie (naast licht) is het gebrek aan ruimte. Wees niet bang om meubels te verplaatsen als het een mooie foto in de weg staat. Of schiet vanuit de gang de kamer in op het punt waar je de deurposten niet meer in de zoeker ziet. Vergeet alleen niet dat de meeste zoekers maar 96% van het beeld laten zien dat je uiteindelijk maakt. Let daarop in de nabewerking en snijd de randen van kozijnen weg als die ineens opduiken op je computer.
8. Maak geen misbruik van je groothoeklens
Een groothoeklens is een must in interieurfotografie, veel fotografen die de neiging om dat groot erg letterlijk te nemen. Ik schiet nauwelijks wijder dan 22-24 mm full frame (13-14 mm op een cropcamera). Je kunt dan inderdaad niet alles in beeld krijgen, maar je voorkomt wel vervorming en uitgerekt meubilair. Maak liever een extra foto vanuit een andere hoek om alles te laten zien.
9. Kom dichterbij
Natuurlijk zorg je voor zoveel mogelijk overzicht van de kamers, maar vergeet ook niet om de boel wat dichterbij te halen. Met dergelijke beelden leg je de sfeer van de ruimte echt vast. Verander je diafragma: maak het gat van het licht dat je camera binnenkomt zo groot mogelijk om alleen het onderwerp scherp te krijgen. Een close-up van een vaas ziet er zoveel beter uit met een wazige achtergrond. Vergeet niet om daarna je diafragma weer aan te passen.
10. Verander je camera-instellingen naar RAW.
RAW-bestanden bevatten alle gegevens die je vastlegtin tegenstelling tot jpeg. Jpeg beelden zijn gecomprimeerd en ‘bewerkt’ in de camera. Je hebt wel de Camera Raw-processor van Lightroom of Photoshop nodig maar je kunt zoveel meer informatie halen uit overbelichte of onderbelichte delen zonder al te veel kwaliteitsverlies en dat is pure noodzaak in interieurfotografie. Bovendien kun je de witbalans nauwkeuriger aanpassen, kortom:
11. Bewerk elke foto!
Editen van je foto’s is een must de beste resultaten te behalen. Photoshop is waar je echte magie kunt creëren! Bekijk hieronder het onbewerkte RAW-bestand en het uiteindelijke resultaat; ja het eindresultaat is inderdaad exact hetzelfde beeld! Ik gebruik het als een voorbeeld voor mijn studenten in de interieurfotografie om hen te laten zien hoe ze een schijnbaar mislukte foto kunnen terugkrijgen in iets dat nog steeds bruikbaar is bij het nemen van de sprong en van het fotograferen in jpeg naar RAW.
Er is zoveel meer te vertellen over interieurfotografie. Ik deel al 9 jaar mijn kennis tijdens mijn cursussen, en ook ik leer steeds weer bij. De lessen van 9 jaar geleden zijn niet meer te vergelijken met de technieken die ik mijn cursisten nu leer. Fotografie en vooral ook nabewerking waarmee de foto’s mijn eigen sausje geef blijft altijd een uitdaging waarin steeds weer wat nieuws te leren valt.
Als je je afvraagt wat er met mijn carrière als vastgoedstylist is gebeurd: Ik gebruik mijn kennis op dat gebied iedere dag, om elk interieur dat in beeld breng te stylen. Niet door hele interieurs om te gooien of opnieuw in te richten, maar door met kleine aanpassingen en creatief gebruik van wat er aanwezig is. In combinatie met interieurfotografie voeg ik het beste van beide werelden samen!
Geef een reactie